Voor je de stad verkent, is het raadzaam langs het toerismebureau te gaan om er een stadsplannetje op te halen. Meteen krijg je zicht op de musea en bezienswaardigheden van de stad. Denk eraan dat je stempelboekje dikwijls recht geeft op een korting op de inkomprijs.

In de Rúa de Vilar vind je de toerismekantoren van Galicië en van Santiago de Compostela. Het kantoor van Galicië is gehuisvest op het nummer 32 en dat van de stad op het nummer 63. In dat laatste kan je ook een hotelkamer zoeken, weet krijgen van de evenementen die tijdens je verblijf plaatsvinden en van de bezienswaardigheden.

Een eerste bezienswaardigheid is uiteraard de kathedraal. Waar tot voor enkele jaren gras en planten op de gevel van de kathedraal groeiden, straalt die nu in volle glorie. Wat een verschil! Een rondgang aan de buitenzijde loont zeker de moeite. De oorspronkelijk romaanse kathedraal kende veel verbouwingen en draagt nu een barokke en neoklassieke stempel. Het beeldhouwwerk aan de verschillende toegangspoorten is soms indrukwekkend. Intussen is de restauratie aan het interieur van de kathedraal afgerond op wat kleinere werken na. De beeltenis van Sint-Jakob op zijn troon boven het hoofdaltaar trekt alle aandacht. Het beeld is getooid met een zilveren schoudermantel versierd met schelpen.

Omdat het moeilijk is in de huidige omstandigheden een goed beeld van de kathedraal te krijgen, is het dubbel interessant het museum van de kathedraal te bezoeken. De receptie bevindt zich in de crypte aan de Portico de la Gloria aan de kant van de Obradoiro.

Op de Plaza del Obradoiro ligt een heel speciale tegel, de tegel die kilometer 0 van de camino’s naar Santiago aangeeft. Hier ligt het eindpunt van je pelgrimstocht. Maar op de Plaza is nog meer te zien. Aan de westelijke kant ligt het gemeentehuis, aan de noordelijke kant het Hostal de los Reyes Católicos, een voormalig ziekenhuis en nu hotel. Aan de zuidelijke kant bevindt zich het San Jéronimocollege.

In de schaduw van de kathedraal ligt nog een bezienswaardigheid: het Monasterio de San Martin Pinaro. Al veel barok in Spanje gezien? Hier doet men er nog een schepje bovenop. Ook het Convento de San Francisco, op loopafstand van de kathedraal, is een bezoekje waard.

Een must voor de pelgrim is natuurlijk het Museo de las Peregrinaciones e de Santiago. Het museum neemt je mee in de geschiedenis van de pelgrimstochten en bedevaarten in het algemeen, de groei van Santiago de Compostela en de religie rond Sint-Jakob. Het museum bevindt zich op de Praza das Praterías, 2.

Santiago kan ook prat gaan op een kleine, maar gezellige mercado. De Mercado de Abastos ligt aan de Praza Abastos en is open van 8 tot 14 uur. De markt is het actiefst tussen 9.30 en 12.30 uur. De sierlijke opeenstapeling van groenten en fruit weet steeds de bezoekers te bekoren. Natuurlijk vind je ook vis en vlees op deze markt, naast … tapas die meer op het hongertje van de pelgrim inspelen. Ook buiten de markt staan flink wat kraampjes opgesteld. Daar vind je dat ene souvenir dat je heel je tocht al zocht.

Even pauzeren kan in het Parque Alameda, tussen het Casco Historico en de Zona Nueva. In het Casco Historico barst het van restaurantjes, bars, toeristenwinkeltjes en de belangrijke bezienswaardigheden. In de Zona Nueva kom je alle grote winkelketens tegen en het moderne uitgaansleven.

In de buurt van de mercado kunnen liefhebbers het Museo do Pobo Galego, het antropologisch en volkskundemuseum van Galicië, bezoeken. Het vond een onderkomen in het oude en mooie Santo Domingoklooster, in de Rúa San Domingos de Bonaval. Naast het museum ligt het San Domingos de Bonavalpark op de vermoeide museumbezoeker te wachten.